1. Start met een compliment

Begin een feedbackgesprek altijd door iets positiefs over je werknemer te benoemen. Wanneer met stevige kritiek begint, schiet de medewerker hoogstwaarschijnlijk direct in de verdediging en zal het gehele gesprek een aanvallende toon krijgen. Door een positieve start, verzacht je de negatieve lading.

2. Benoem het probleem

Haal vervolgens direct het pijnpunt aan. Je wilt voorkomen dat je er omheen draait. Zorg er echter wel voor dat je jouw punt van kritiek brengt als een aanmoediging, in plaats van een beschuldiging. Dit zorgt ervoor dat je medewerker openstaat voor jouw feedback.

3. Onderbouw met feiten

Het doel van het gesprek is natuurlijk dat jouw werknemer begrijpt waar het aan schort. Het is daarom belangrijk dat je het probleem helder en duidelijk schetst. Feitelijk ‘bewijsmateriaal’ kan je daarbij helpen.

4. Biedt je hulp aan

Het gesprek moet natuurlijk niet draaien om het uitstorten van al jouw punten van kritiek. Probeer de onderliggende oorzaak van het probleem te achterhalen en vraag of je de werknemer ondersteuning kan bieden bij het oplossen ervan.

5. Spreek een deadline af

Vanzelfsprekend wil je dat jouw werknemer zo snel mogelijk het probleem oppakt. Leg echter geen strikt ultimatum op, dat komt erg intimiderend over. Wat beter werkt, is om een te moment plannen om de voortgang te bespreken.

6. Check of je begrepen wordt

Ondanks dat je het gesprek opbouwend en constructief hebt aangepakt, is het alsnog belangrijk om na te gaan of de boodschap daadwerkelijk over is gekomen en de werknemer precies begrijpt wat je bedoelt en van hem verwacht.

7. Blijf jezelf ontwikkelen

Om jezelf te blijven ontwikkelen in het geven van constructieve feedback, is oefenen essentieel. In alledaagse situaties, maar ook tijdens een speciale feedback training waar je nog meer leert over het geven en ontvangen van kritiek.